Meteen naar de inhoud

Benno Kastelein – Hengelo (o)

Selectie

Dit keer het onderwerp selectie (op verzoek) .

Selectie is eigenlijk niet veel anders dan je duiven scheiden in 2 groepen . Namelijk duiven waar je mee verder wilt en duiven waar je dat niet mee wilt.

Om te selecteren moet je eerst voor jezelf uitmaken wat jij belangrijk vindt. Dit is in de meeste gevallen goed presteren maar daarnaast kun je ook nog voorkeur hebben voor andere dingen. Denk hierbij aan de kleur of karakter zoals tam of iig niet te wild. Dan komt er nog de vraag of je het bv niet erg leuk vind om die blauwe doffer , die s’morgens gelijk met je wil vechten maar niet goed vliegt, wilt houden?

Selecteren is dus meer dan alleen maar naar uitslagen kijken , al is het zeker niet het slechtste systeem. Ook de norm verschilt per hok enorm . Er zijn hokken waar duiven 1op100 moeten vliegen of meerdere keren minimaal 1 op 10. Er zijn ook hokken , die als ze dit zouden toepassen , het hok leeg hebben.

Ook is er nogal wat verschil tussen de disciplines en hoe ze als jong worden gespeeld . Voor de snelheid is het al fijn dat ze zich als jong ook al laten zien en als jaarling moet het al echt gebeuren. Bij de marathon ( en dan heb ik het over hoe ik het doe) mogen ze als jong gerust een keer nakomen , het liefst zie ik dan dat ze even gezworven hebben . Het is voor zo’n duif een voordeel op de latere marathonvluchten als ze goed weten te overleven en water in de natuur weten te vinden. Het is natuurlijk geen must dat ze gezworven hebben. Voor de vitesse is water onderweg drinken al gelijk aan geen kopprijs winnen.

Voor de marathon jaarlingen zie ik graag dat ze zich gelijk laten zien maar ook daar zijn er heel veel die het overnachten dan pas aan het leren zijn en dan vooral het op tijd waterdrinken . Vergelijk het maar met een marathonloper die niet drinkt onderweg , zelfs de beste, Eliud Kipchoge ,komt dan zeker niet op het podium . finishen wordt dan al lastig . Het is dus een trucje wat ze moeten leren , als ze opzoek gaan naar die grijze waterbakjes ipv een riviertje komen ze niet optijd. Maar mijn voorkeur gaat hier nog steeds uit na duiven die er gelijk staan . Zo wonnen Silverlady en Powerlady al gelijk als jaarling teletekst prijzen.

Hoe doen we het hier: we kweken een stel jongen die in hun geboortejaar worden opgeleerd op de natour en/of taartvluchten. Alles gaat elke keer mee mits ze gezond zijn. Ik houd dus geen mooie duiven in. De duiven die er na die vluchten nog zitten pak ik allemaal nog eens in de hand en zitten er geen echte afwijkingen aan dan mogen ze blijven . Als jaarling gaan ze wekelijks met de club mee en krijgen dan nog 1 of 2 marathon vluchten . Misschien een leuk detail , een aantal jaren geleden heb ik eens bijgehouden hoe de duiven die prijs vlogen zich verder ontwikkelde. De jaarlingen die 2 keer prijs vlogen werden gemiddeld mijn beste oude duiven . Van de duiven die 1 keer prijs vlogen zat er een opmerkelijk verschil in de duiven die de eerste keer raak vlogen en de duiven die de 2de keer raak vlogen. Die eerst prijs wonnen en daarna misten werden gemiddeld minder goed dan die de eerste keer misten en de 2de keer wel raak vlogen !!

Maar wat als je er dan nog gewoon te veel hebt? Bij overjarige duiven is het niet zo moeilijk , die zijn dan al 5 keer of vaker mee geweest en weet je wel of je er op kunt wachten of niet. Maar ook daar zit verschil per persoon, zo heb ik wat duiven die bijna altijd prijs vliegen maar die ik niet zo vaak bij de eerste 5 in de klok heb zitten. Ik geef dan de voorkeur aan een duif die b.v. maar 2 keer prijs heeft maar wel 2 keer bij mijn eerste 3 duiven is.

Selectie is dus ook vooral voorkeur . Bij mij blijft ook nog wel eens een duif lopen die niets heeft laten zien maar waar ik een hoge pet vanop had , soms krijg ik gelijk met een mooie prijs maar ook vaak niet. Ik ben er nog niet uit of ik de duif dan laat lopen omdat ik echt denk dat deze het wel kan of om mijn eigen gelijk te bewijzen 🙂

Mocht selectie puur zijn voor het verbeteren van de kwaliteit van je duiven zorg dan dat er zoveel mogelijk goede duiven in de stamboom zitten en het liefst niet te ver weg. Daar geloof ik veel meer in dan iemand die in de ogen kan zien , of aan de vleugel, dat het een goede is. Leuk voor de hobby maar mijn mening is dat het zelfs vertroebeld . Goeie zijn er al niet zoveel en als ze dan ook nog bepaalde streepjes in het oog moeten hebben wordt het nog lastiger voor mij . Wat weer niet wil zeggen dat het niet bestaat maar het is voor mij niet weggelegd. Het wordt al een behoorlijk lang stuk dus we gaan over een week verder met het onderwerp selecteren ….